Zondag 23 augustus
We hebben een binnenhut daardoor worden we niet wakker van het daglicht, wel van het omroepgebeuren en het op- en neerhalen van het anker. We leggen n.l. om 6.30u. aan bij Stavanger. We dutten een beetje door en staan rond 8u., douchen en op naar het ontbijt. De meeste van onze medereizigers zijn er al. Nu is het wachten tot we in Bergen zijn, de verwachte aankomsttijd is 12.30u. Om 13.15u. rijden we Bergen uit.
Al vlot zitten we op de weg langs het Hardangerfjord met als eindpunt Vosse. Ik moet even zoeken naar de juiste versnelling maar dat duurt niet lang en ik zwaai lekker achter Gerard de kust weg af (yesyes Arno). De weg slingert lekker, mooi asfalt. Het tempo is lekker, we hebben tijd om ook de omgeving te zien. De sneeuw ligt nog op de bergtoppen en dat terwijl wij niet hoger komen als 350m.
Brede wegen wisselen zich af met singletrack roads. Op single track roads geldt een gentlemensagreement. Je wacht op elkaar om te passeren. Om de zoveel meter zit er een wegverbreding waar je dan op elkaar wacht. Zo komen wij een auto met caravan tegen en de auto voor ons, een VW Tiguan, kan pas op het laatst opzij, Gerard erachter en dan ik. En tja, dan is er een probleem, de caravan kan niet langs onze voorganger. Het wordt draaien en schuiven om ruimte creëren. En onze voorganger heeft niet veel ruimte omdat Gerard niet achteruit kan, het gaat moeilijk achteruit de bult op. Op het laatst komt de caravanbezitter de auto uit en drukt Gerard achteruit, nu kan de Tiguan achteruit en opzij en eindelijk kan de caravan verder. Ondertussen staat er een lange rij automobilisten achter de caravan. Het weer is met 26C voor Noorse begrippen uitzonderlijk en vooral voor Bergen waar het gemiddeld zo’n 300 dagen per jaar regent. Het is warm als we stilstaan, als we rijden is de wind koud en de lucht is helder, schoon. Een vreemde combinatie op zich. Je bent gewend als het warm is in Nederland of Spanje dat de lucht warm is en zwoel. Veel verkeer is er niet, het verkeer wat er is houdt zich net als in Denemarken keurig aan de snelheid. Bij wegwerkzaamheden moeten we twee keer over gravel, het verkeer geeft je de ruimte en wacht rustig tot je beneden bent.
Het is vermoeiend rijden met het warme weer en we zijn blij dat we in het hotel zijn. Ze zeggen weleens een motorrijder hoort te stinken. En dat klopt vandaag. Je wil onze kleren en laarzen echt niet ruiken. Lekker opgefrist gaan we naar de bar voor een Noors biertje “Hansa”, het eten smaakt goed, later op de avond komen de sterke verhalen. We hebben elkaar als reisgezelschap gevonden.