Vrijdag 21 augustus
Frühstuck 8u. dus gaat de wekker om 7.20u. dan kan ik rustig wakker worden. Gerard niet, die kan zo zijn bed uit rennen en vol gas beginnen. Vandaag gaan we met de pont Wischhafen – Gluckstadt de Elbe over. Vandaar gaan we op de landkaart gezien rechts omhoog naar de grens Duitsland – Denemarken. Alleen ja dat recht omhoog vanaf het pontje gaat niet echt en we zitten al vlot niet meer op de geplande route. We gaan over het platteland van Nordfriesland deelstaat Sleeswijk – Holstein. Dit landschap is vergelijkbaar met het zo bekende platteland van Groningen. Wel zijn het echte toerweggetjes met van die lekkere slingerbochten erin. Ik kan de wijze lessen van Arno in praktijk brengen. Gaat de bocht naar links dan blijven we buitenbuitenbuitenbuiten tot we de bocht bijna door zijn, goed door kunnen kijken en dan naar binnen. Gaat de bocht naar rechts dan gaan we tegen de middenstreep aan (als het verkeer het toelaat) tot het punt komt waar we naar binnen sturen. Met regelmaat hoor ik mijzelf in de helm zeggen; “buitenbuitenbuitenbuiten”.
Het landschap van Sleeswijk – Holstein is a) bezaaid met rood- of zwart bonte Holsteiner koeien en b) windmolens. Dat zwart- en bruinbonte Holsteiners meer als melk produceren is goed te ruiken. Ook zou mening protestgroep in Nederland bezwaar maken tegen de hoeveelheid windmolens die er staan. En het zijn er veel, zelfs Gerard vindt het teveel en dat terwijl hij van de eigen energie voorziening is. De grote hoeveelheid windmolens bij elkaar geeft een erg onrustig beeld. Een pluspunt in het Duitse energie beleid is de subsidie op zonnepanelen, de subsidie wordt dan ook goed benut.
Weer terug naar de route. Na de pont hebben we sightseeing Sleeswijk – Holstein gedaan en tegen 11u. draaien we de snelweg op wat later overgaat in tweebaans provinciale wegen. En tja dat tweebaans met vrachtverkeer op vrijdag is gewoon druk. Daarnaast zit er op 80 km wel 1 bocht dus de uitdaging is ver te zoeken. Het is warm en we stoppen regelmatig, de eerste keer voor koffie met kuchen en later om even te staan, even de benen strekken. Tijdens één van deze stops komt er een Deense dame met twee flesjes koud Heineken vragen of wij een opener hebben. We kijken ze verbaasd aan. Tuurlijk hebben wij een opener, op onze vraag waarom ze Heineken drinkt en geen echt bier, kijkt ze ons verbaasd aan.
Ondertussen vragen wij ons af of ze nu Deense € of Deense Kr hebben. Er is een referendum geweest voor de Deense € maar die heeft het niet gered. En ik weet in de helm aan Gerard te vertellen dat de Denen niet mee doen in de Ding Flop Bips vertaling voor de € landen. De D staat hier voor Duitsland. Zo langzamerhand wordt het tijd om uit te kijken naar een plek om te overnachten. Het 1e hotel waar we binnen gaan is een sjieke tent, erg sjiek. Ze hebben een kamer voor 950 DKr, op mijn vraag hoeveel dat in € is krijgen we een ontkennend antwoord oftewel geen idee. Het klinkt ons teveel en rijden verder. We komen in Lem en krijgen zowaar nog een kamer in hotel Smedegaarden voor 500 DKr. Het is een kamer met douche en toilet op de gang maar dat maakt niet uit, het lijkt erop dat wij de enige zijn bewoners op die verdieping.
Hotel Smedegaarde is niet alleen een hotel, maar ook de dorpscatering, en dorpskroeg annex proathus. Het heudejuedejeut wat af aan de bar. We kunnen er niets van maken. Is de bediening te druk in het restaurant dan zijn ze zelf voorzienend en bedienen zichzelf. De bar is gemoedelijk ingericht met als uitschieter de leuning aan de bar. Menigeen Asomnees zou zo’n leuning in het clubhuis willen hebben. Dat Gerard ondertussen Deens spreekt is te merken, ik ben dan ook verbaasd als hij de dame vriendelijk bedankt met “Tak” oftewel dankjewel als ze hem een biertje brengt.